Direct naar inhoud
Fietsersbond Midden-Limburg

Woonerven

De eerste woonerven ontstonden eind jaren zestig in de woonwijk Emmerhout in Emmen, waar het woord geïntroduceerd werd door stedenbouwkundige Niek de Boer.

Hier werden aan het begin van ieder erf garageboxen geplaatst, om de erven zodoende autovrij te houden. De erven waren doodlopende wegen. Tegenwoordig worden de erven gebruikt om te parkeren, maar doorgaand verkeer is nog steeds niet mogelijk. Hierdoor is er minder verkeer en kunnen kinderen op de erven spelen.

Hoewel in de wegcategorisering volgens ‘Duurzaam Veilig’ geen rekening meer gehouden is met ‘het erf’, worden erven nog steeds toegepast als alternatief voor erftoegangswegen binnen de bebouwde kom (30km-straten), zeker waar onvoldoende trottoirruimte is.

Waarom dit artikel van Wikipedia geplukt?

Sinds enige tijd bestaat ook de zogenaamde Fietsstraat.

Fietsstraten vormen een alternatief voor traditionele fietsroutes langs hoofdwegen. De straten liggen veelal in woongebieden die daardoor een meer autoluw karakter kunnen krijgen. Een belangrijk punt hierbij is dat de verkeersintensiteit op de oorspronkelijke straat bepalend is voor de uitvoering. Wanneer er te veel motorvoertuigen gebruik van maken is een veilige fietsstraat niet haalbaar. Ook dient rekening gehouden te worden met parkeercapaciteit. Smalle straten waar ook geparkeerd moet worden lenen zich derhalve niet voor een inrichting als fietsstraat.

Er zijn vier fietsstraatvarianten:

De Duitse stad Münster maakte in 1990 de eerste fietsstraat.

In 1996 verscheen in Nederland de eerste fietsstraat: in Utrecht werd de Burgemeester Reigerstraat tot fietsstraat omgebouwd. Deze werd overigens in 1999 weer ontmanteld.

Gent had in 2011 met de Visserij de primeur voor de eerste fietsstraat van België.